Albert Heijn heeft in zijn contracten met leveranciers een 'coronaboete' opgenomen als producten door epidemieën of pandemieën niet geleverd kunnen worden aan de supermarktketen. De leverancier is de klos als hij 98 procent van de goederen levert of als één procent niet leverbaar is. De boete kan oplopen tot 80 procent van de waarde van de order.
Ik vind dit zeer onredelijke eisen, zeker nu er op veel fronten een tekort is aan grondstoffen. Op het gebied van het gesjoemel met gewicht ken ik een aantal opmerkelijke praktijkgevallen die in geval van levering aan Albert Heijn een boete hadden opgeleverd.
Wat te denken van rollen tape met breedte en lengte van 50mm/300m, die bij nadere controle een breedte hadden van 48 mm en na afrollen en checken geen 300 meter, maar 280 meter lang waren. Boete!
Bij een grote margarinefabriek in het westen van het land was ik betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe omverpakking voor vloeibare margarine. Eén van de weinige projecten waar vanaf palletmaat terug wordt gerekend naar de flesmaat voor een optimale beladingsgraad en collomoduul. We leverden daar ruim één jaar zonder problemen een wrap-around stansverpakking. Tot ik word gebeld met de klacht: ‘Romuald, de flessen rammelen in de doos’. Vreemd en bijzonder. Gelukkig had ik nog paar oude flessen bewaard.
Ter plaatse krijg ik het verwijt dat de wrap-arounds te ruim zijn, maar dat is eigenlijk niet mogelijk met een stansverpakking. Zijn ze te nat gedraaid en verwerkt en gekrompen, dan is de doos eerder te klein. Bij het vergelijken van de oude en nieuwe fles kijk zie ik duidelijk een maatverschil. Wat blijkt? Op het oude etiket staat 500 ml en op het nieuwe 500 mg. Het heeft dus te maken met de truc van soortelijk gewicht en volume.
De Zaanse mayonaise van Van Wijngaarden, geleverd in een knijpfles, was een tijdje uit het assortiment bij de Coop in mijn woonplaats Borculo. Een paar maanden later waren ze weer terug en wat schetst mijn verbazing: de 850 ml fles had een inhoud van 750 ml gekregen. Nu ben ik niet zo prijsbewust, maar echt lekker voelt het niet. En hetzelfde geldt voor onze plaatselijke slager, die tussen elk plakje gebraden gehakt een plastic velletje doet. Ik roep dan altijd ‘geen velletje ertussen, een kilo plastic is goedkoper dan een kilo vlees’.
Als kartonspecialist weet ik uit ervaring dat in de papierwereld ook regelmatig wordt gesjoemeld met gewicht. Het komt voor dat leveranciers de prijs van kraft papier rekenen, maar een testliner leveren. Nu de Euwid-prijsindex voor verpakkingspapier aan het stijgen is door een tekort aan bruinpapier en zeker kraftliner, is het extra opletten wat je als verpakkend bedrijf ontvangt. Kijk goed naar de eenheden, gewichten en kwaliteit, want voor je het weet zit je opgezadeld met een sjoemelverpakking.
Deze column wordt verzorgd door de Vereniging Nederlandse Verpakkingskundigen (www.verpakkingskundigen.nl) en is dit keer geschreven door Romuald van Blokland van Cahe Verpakking. Hij geeft de pen door aan Wouter Wigman van Remmert Dekker.