Toen ik gevraagd werd door Rob van Asselt om zijn pen over te nemen voor deze column, vertelde hij me en passant dat hij eigenlijk mijn onderwerp al had geleend voor zijn eigen column, nl. de Pringles koker.
Nu weet ik best wel iets van de Pringles koker, aangezien ik daar 8 jaar verantwoordelijk voor was, maar dat gras had Rob al voor mijn voeten weg gemaaid. Ook gaf hij een tip waar ik het dan wel over kon hebben en eerlijk gezegd sprak dat onderwerp mij in eerste instantie niet zo aan.
Totdat ik er verder over na ging denken en het tot me doordrong dat ik mij hier eigenlijk al heel lang aan irriteerde. Het ging niet om een specifieke verpakking, maar om alle verpakkingen op plaatsen waar ze niet horen, m.n. in de natuur! Nu klinkt dat misschien wel vreemd voor iemand die bijna heel zijn carrière in de verpakkingsindustrie heeft gewerkt. Het was niet zo dat ik ineens vond dat de verpakkingsvrije supermarkt het antwoord op alle uitdagingen was, zeer zeker niet!
Net zoals de gemiddelde medewerker van de belastingdienst zich waarschijnlijk op allerlei feestjes altijd moest verdedigen, was ik het zat om altijd uit te moeten leggen dat verpakkingen niet het probleem van de milieuverontreiniging waren, maar dat wij dat zijn.
Wij die graag een flesje mineraalwater kopen, het liefst met sportdop, terwijl wij in Nederland zo ongeveer het beste kraanwater ter wereld hebben.
Als ik 2x per week hardloop in de natuur kom ik ze tegen, de lege blikjes, flesjes, mondkapjes en sigarettenpakjes.
Op zo’n moment heb ik een hekel aan alle verpakkingen, maar eigenlijk nog meer aan de consument die ze daar is ‘vergeten’.
Gaat statiegeld helpen dit probleem op te lossen? Wellicht dat het een aantal mensen motiveert.
Ik ben wat sceptisch of consumenten hun lege blikje Red Bull, waar ze waarschijnlijk zonder met de ogen te knipperen € 3,50 voor hebben betaald, na afloop terug brengen voor € 0,15.
Nu is het als verpakkingsprofessional natuurlijk ook onze verantwoordelijkheid om op z’n minst goed na te denken over mogelijke oplossingen. Je zou kunnen beginnen met het zwerfafval op te gaan ruimen, zoals Merijn Tinga (Plastic Soup Surfer) en Dirk Groot (Zwerfinator) dat doen. Zij zoeken de bewust en met succes de publiciteit. Samen hebben zij recent een groot succes geboekt met het overtuigen van Anta Flu om papieren wikkels te gaan gebruiken.
Toch denk ik dat wij als verpakkingsprofessionals ook bij de bron moeten beginnen. Denk dan eens aan het simplificeren van verpakkingsstructuren. Moet er persé een laminaat gebruikt worden, of kan het ook met een mono-materiaal? Waarom vraag je niet eens door of die houdbaarheid, ooit bedacht i.v.m. een supply chain van 50 jaar geleden nu nog steeds zo lang moet zijn. Houd iedere verpakking eens tegen het licht in het kader van ‘fit-for-purpose’. Kijk eens naar het primaire doel van je verpakking; beschermen en verkopen van het product. Kijk ook eens naar of je voor e-commerce verpakking niet aan andere eisen moet voldoen i.p.v. retail ready packaging.
Werk aan de winkel, want wij zijn onderdeel van de oplossing en niet van het probleem.